Treasurybeleid gemeente Renkum
De doelstelling van ons treasurybeleid is op hoofdlijnen het blijvend toegang houden tot financiële markten tegen acceptabele condities, zonder ongewenste risico’s en tegen minimale kosten. Daarnaast willen we renteresultaten optimaliseren, een goede financiële infrastructuur opzetten en onderhouden en adequate informatiestromen realiseren.
Het realiseren van deze doelstellingen heeft continu de aandacht. Hiervoor is het nodig maatregelen te treffen op het gebied van risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer.
Risicobeheer
Renterisicobeheer
Het renterisico van een gemeente is te verdelen in renterisico over vlottende schuld (looptijd < 1 jaar) en renterisico over vaste schuld (looptijd > 1 jaar).
Het renterisico over vlottende schuld wordt bepaald in relatie tot de kasgeldlimiet. Deze limiet geeft de maximaal toegestane omvang van de vlottende schuld weer. De hoogte van de kasgeldlimiet is een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van de omvang van de begroting per 1 januari. In tabel A vindt voor 2021 de toetsing aan de kasgeldlimiet voor de gemeente Renkum plaats. Wij gaan er vanuit dat wij in 2021 t/m 2024 nieuwe langlopende leningen moeten afsluiten oplopend van € 1,2 miljoen naar € 14 miljoen. Wij verwachten daarmee dat wij in 2021 kunnen voldoen aan de kasgeldlimiet.
Bedragen x € 1.000 | 1e kw. | 2e kw. | 3e kw. | 4e kw. |
---|---|---|---|---|
Omvang begroting 1-1-2021 (=grondslag) | 85.525 | |||
(1) Toegestane kasgeldlimiet | ||||
- in procenten van de grondslag | 8,5 % | |||
- in bedrag | 7.270 | |||
(2) Omvang vlottende schuld | 0 | 2.373 | 4.746 | 7.119 |
- opgenomen gelden < 1 jaar | 0 | 2.373 | 4.746 | 7.119 |
- schuld in rekening-courant | ||||
- gestorte gelden door derden < 1 jaar | ||||
- overige geldleningen (niet vaste schuld) | ||||
(3) Vlottende middelen | ||||
- contante gelden in kas | ||||
- tegoeden in rekening-courant | ||||
- overige uitstaande gelden < 1 jaar | ||||
Toets kasgeldlimiet | ||||
(4) Totaal netto vlottende schuld (2 - 3) | 0 | 2.373 | 4.746 | 7.119 |
Toegestane kasgeldlimiet (1) | 7.270 | 7.270 | 7.270 | 7.270 |
Ruimte (1) – (4) | 7.270 | 4.897 | 2.524 | 151 |
Tabel A Kasgeldlimiet
Het renterisico over vaste schuld wordt bezien in relatie tot de renterisiconorm. Deze norm geeft de maximaal toegestane omvang van dat deel van de vaste schuld waarover renterisico wordt gelopen weer. De norm houdt in dat we maximaal over 20 % van het begrotingstotaal renterisico mogen lopen. De raming van de ruimte/overschrijding voor de jaren 2021 tot en met 2024 is weergegeven in tabel B.
Bedragen x € 1.000 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
(1) Renteherzieningen | ||||
(2) Aflossingen | 2.577 | 2.544 | 2.256 | 2.268 |
(3) Renterisico (1+2) | 2.577 | 2.544 | 2.256 | 2.268 |
(4) Renterisiconorm | 17.105 | 17.105 | 17.105 | 17.105 |
(5a) Ruimte onder renterisiconorm | 14.528 | 14.561 | 14.849 | 14.837 |
(5b) Overschrijding renterisiconorm (3 > 4) | ||||
Berekening renterisiconorm | ||||
(4a) Begrotingstotaal 2021 | 85.525 | |||
(4b) Vastgesteld percentage | 20% | |||
(4) Renterisiconorm (4a x 4b) | 17.105 |
Tabel B Renterisiconorm
Kredietrisicobeheer
In tabel C vindt u een overzicht van de door de gemeente Renkum verstrekte gelden, gegroepeerd per risicogroep. De groepen zijn (globaal) gerangschikt naar oplopend risico.
Risicogroep | Met/zonder | Restant schuld per |
---|---|---|
Gemeenten/provincies | zonder | |
Overheidsbanken | zonder | |
Financiële instellingen (A en hoger) | zonder | 3.335 |
Overige toegestane instellingen | met en zonder | 2.408 |
Totaal | 5.744 |
Tabel C Kredietrisico op verstrekte gelden
Gemeentefinanciering
Financiering
De leningenportefeuille per 31 december 2020 (excl. nieuw af te sluiten leningen) is weergegeven in tabel D. De mutaties in 2021 en de invloed hiervan op de gemiddelde rente is terug te vinden in tabel E.
Leningnummer | Oorspr. bedrag | Aanvang | Einde looptijd | Rente | Aflossing 2020 | Restant 31-12-2020 |
---|---|---|---|---|---|---|
40106846 | 3.000 | 2011 | 2021 | 2,85 % | 300 | 300 |
40107281 | 3.000 | 2012 | 2022 | 2,63 % | 300 | 600 |
40.109.666 | 5.000 | 2015 | 2025 | 0,56 % | 500 | 2.500 |
Lening optisport | 728 | 2015 | 2029 | 4,96 % | 52 | 468 |
Lening prv Noord Brabant | 8.000 | 2018 | 2038 | 1,35 % | 400 | 7.200 |
40113864 | 10.000 | 2020 | 2040 | 0,53 % | 0 | 10.000 |
Totaal | 1.552 | 21.068 | ||||
Projectlening Mfc Doelum | 5.830 | 2014 | 2034 | 2,87 % | 239 | 4.912 |
Projectlening Mfc Doelum | 9.370 | 2014 | 2054 | 3,22 % | 130 | 8.874 |
Projectlening scholen Renkum | 5.200 | 2018 | 2058 | 1,577% | 130 | 4.940 |
Projectlening scholen Renkum | 300 | 2018 | 2038 | 1,29 % | 15 | 270 |
Totaal projectfinanciering | 514 | 18.996 | ||||
Totaal | 2.066 | 40.064 |
Tabel D Leningenportefeuille (bedragen x € 1.000)
Bedragen x € 1.000 | Bedrag | Gemiddelde rente |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2021 | 21.068 | 1,00 % |
Nieuwe leningen | 1.246 | 1,50 % |
Reguliere aflossingen | 2.052 | 1,45 % |
Vervroegde aflossingen | ||
Renteaanpassingen (oud percentage) | ||
Renteaanpassingen (nieuw percentage) | ||
Stand per 31 december 2021 | 20.262 | 0,99 % |
Tabel E Mutaties in leningenportefeuille (excl. projectleningen)
Uitzetting
De door de gemeente uitgezette (lange termijn) gelden zijn als volgt onder te verdelen:
Bedragen x € 1.000 | Stand per 1-1-2020 | Gemiddeld Rendement |
---|---|---|
Deelnemingen | 1.057 | 18,31% |
Leningen | 4.687 | 1,12% |
Totaal | 5.744 |
Tabel F Uitgezette gelden
Relatiebeheer
Huisbankier van de gemeente Renkum is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het grootste deel van onze reguliere bankzaken loopt via deze bank. Door de invoering van het Schatkistbankieren per 1-1-2014 moeten wij overtollige middelen overboeken naar de schatkist. Op het gebied van gemeentefinanciering wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instellingen. Voordat middelen worden aangetrokken of uitgezet, worden offertes aangevraagd bij minimaal twee instellingen. Vervolgens wordt gekozen voor die instantie die de meest gunstige condities voor de gemeente aanbiedt.
Kasbeheer
Evenals voor lange termijn financiering wordt ook voor korte termijn financiering de tarieven van een tweetal instellingen met elkaar vergeleken.
Rentebeleid
Op basis van artikel 13 van het (gewijzigde) BBV geeft de paragraaf financiering ook inzicht in het rentebeleid. In het volgende renteschema is inzicht gegeven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening aan investeringen, grondexploitatie en taakvelden.
Rentetoerekening begroting 2021 (bedragen * 1.000)
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering € 817
b. De externe rentebaten -/- € 52
---------
Saldo rentelasten en rentebaten € 765
c. De rente die aan de grondexploitatie moet
worden doorberekend -/- € 0
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende
taakveld moet worden toegerekend (voorbeeld: riolering) -/- € 558
-----------------
-/- € 558
----------
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente € 207
d1.Rente over eigen vermogen /voorzieningen € 501
----------
Totaal werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente € 717
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- € 1.042
------------
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury € 325
Rentelasten lange en korte financiering
Op basis van de meerjarenbalans verwachten wij in 2021 een langlopende lening te moeten aantrekken van € 1,246 miljoen. Het restant van het financieringstekort kunnen wij financieren met kortlopende leningen.
De genoemde rentelasten over lange financiering betreft de rente over de huidige leningenportefeuille inclusief de projectfinanciering voor MFC3B4, de scholen in Renkum en de nieuw af te sluiten lening.
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente
Op grond van het gewijzigde BBV zijn er richtlijnen voor de rentetoerekening aan bepaalde taakvelden. Voor ons heeft dit tot gevolg dat wij voor de grondexploitatie in 2021 geen rente doorberekenen aan de projecten. Daarnaast wordt de projectfinanciering rechtstreeks ten laste van het desbetreffende taakveld gebracht.
Rente berekend over reserves en voorzieningen
Het beleid voor de rente die we “besparen” door het inzetten van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de financiële verordening. Uitgangspunten hierbij zijn onder andere:
- De financieringswijze mag geen invloed hebben op de kostprijs van het product. Dit betekent dat zowel rente wordt berekend over de inzet van vreemd vermogen (aangetrokken geldleningen) als over de inzet van eigen financieringsmiddelen (bespaarde rente).
- Er wordt geen bespaarde rente bijgeschreven op reserves en voorzieningen. Bespaarde rente wordt ingezet als structureel dekkingsmiddel binnen de exploitatie. Uitzondering hierop is de bespaarde rente van de weerstandsreserve. Als de weerstandsreserve niet geheel of gedeeltelijk is ingezet, wordt de bespaarde rente in de najaarsnota van het begrotingsjaar ingezet als incidenteel dekkingsmiddel. Hierdoor is de weerstandsreserve rentevrij en kan deze zonder budgettaire consequenties worden ingezet.
Rentetoerekening aan taakvelden
Voor de toerekening van de rente aan de taakvelden hanteren wij een rekenrente van 2,00 %. Op basis van de boekwaarden van de investeringen leidt dit tot een doorberekening waardoor € 325.000 meer rente aan producten wordt doorberekend dan de daadwerkelijke rentelasten. Dit voordelige verschil wordt vooral veroorzaakt door het feit dat het financieringstekort in eerste instantie met kort geld wordt afgedekt. Voor kort geld wordt een lager rentepercentage gerekend dan voor lang geld. Het rentevoordeel dat hierdoor ontstaat, komt ten gunste aan de algemene dekkingsmiddelen. De wijze waarop deze rente wordt verdeeld is gebruikelijk bij gemeenten.