Overzichtpagina verbonden partijen

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

In het voorjaar van 2019 hebben de achttien colleges in de regio Arnhem-Nijmegen besloten een proces te starten om de regionale samenwerking te versterken. De urgentie hiervoor is tweeledig: (a) slagkracht organiseren voor de grote opgaven die op de regio afkomen en (b) het tot stand brengen van een transparante en democratisch gelegitimeerde regionale besluitvorming.

Begin 2020 zijn de eerste contouren voor de visie, agenda en werkwijze van de nieuwe versterkte samenwerking geschetst:

• Een nieuwe regionale agenda die aansluit bij de agenda van andere overheden en maatschappelijke partners.
• Met een scherpere profilering en lobby, met een heldere visie en ambitie gericht op kwalitatieve groei en stedelijke ontwikkeling in balans met een groene en ontspannen leefkwaliteit.
• Met een nieuwe transparantie: de individuele raden kunnen zelf beslissen aan welke opgaven ze deelnemen en het budget en mandaat dat daarbij wordt verleend.
• Met een nieuwe slagvaardigheid: een programmatische aanpak, waarin per opgave ruimte en mandaat wordt gegeven om (met maatschappelijke partners) een welomschreven opdracht tot uitvoering te brengen.
• Met een bestuur en een klein regiobureau dat de samenwerking binnen de opgaven regisseert en faciliteert.

De voorstellen voor de versterkte regio zouden oorspronkelijk in het voorjaar van 2020 ter besluitvorming worden aangeboden aan de regiogemeenten. Vanwege de uitbraak van de COVID-19-pandemie is de besluitvorming uitgesteld tot november 2020. Na een positief besluit van de regiogemeenten start de versterkte op 1 januari 2021.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

De bijdrage voor de bestuurlijke en organisatorische basis van de versterkte samenwerking (het regiobureau) wordt volgens de voorstellen voor de versterkte regio (zoals nu bekend) €2,50 per inwoner (dit was €0,88 per inwoner). Naast deze basisbijdrage blijft de bijdrage van €1 per inwoner voor The Economic Board (vooralsnog) in stand. Dit betekent voor ons een basisbijdrage van in totaal €109.683. Dit is €50.827 meer dan onze huidige bijdrage aan de regio.

De Provincie Gelderland heeft aangegeven bereid te zijn om voor de eerste periode van de versterkte regio de verhoogde bijdrage van de gemeenten voor de bestuurlijk en organisatorische basis van de regionale samenwerking deels te compenseren. Dat betekent dat - na een positieve besluitvorming over de versterking van de regionale samenwerking - we niet direct geheel de nieuwe/ verhoogde inwonerbijdrage hoeven af te dragen. Hoewel het nog niet helemaal zeker is voor hoelang de Provincie de verhoogde bijdrage compenseert, lijkt het erop dat dit voor een periode van twee jaar zal zijn (zie het onderstaande financiële overzicht).

Samen met de voorstellen voor de versterkte regio wordt eind 2020 ook het verlengingsbesluit voorgelegd voor het opnieuw financieren van The Economic Board voor een periode van vijf jaar. Dat betekent dat de bijdrage voor The Economic Board mogelijk nog wijzigt. Dat geldt ook voor de basisbijdrage voor de versterkte regio die nog kan wijzigen naar aanleiding van de regionale bijeenkomsten die nog worden georganiseerd voor de besluitvorming in het najaar van 2020.

De hoogte van de bijdrage aan de regionale opgaven hangt af van de ambities die worden geformuleerd bij de uitwerking van de regionale agenda en de deelname van onze gemeente aan één of meerdere regionale opgaven.

3.2   Financieel overzicht

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

N.v.t.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

N.v.t.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De Regio Arnhem Nijmegen heeft op dit moment een bleek profiel en benut haar potenties onvoldoende. Tegelijkertijd komen er grote opgaven op de regio af waarvoor een aanpak nodig is die boven de lokale gemeenten uitstijgt. De opgaven en ambities voor deze regio zijn zodanig omvangrijk dat ze om een meer integrale en krachtiger besturing vragen. De urgentie achter de versterking van de regionale samenwerking is dan ook om slagkracht te organiseren voor de grote opgaven die op onze regio afkomen. Daarnaast is er de noodzaak om te komen tot een transparante en democratisch gelegitimeerde regionale besluitvorming die nu ontbreekt. Met de voorstellen voor de versterkte regio wordt hierin voorzien.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie
Op het gebied van Gezondheid (GGD) worden vanuit beleid geen ontwikkelingen of ombuigingen verwacht met een significante financiële relevantie. Datzelfde geldt voor de stichting Veilig Thuis.
De Covid-19 crisis trekt in 2020 een zware wissel op de organisatie door de extra inzet die wordt gevraagd met betrekking tot controle op besmetting. Er is op dit moment geen inzicht in de gevolgen die dit heeft voor de basis taken van de GGD. Het rijksvaccinatieprogramma heeft wel doorgang kunnen vinden.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen
Vanuit de GGD en de stichting Veilig Thuis worden voor 2021 op voorhand geen financiële ontwikkelingen verwacht. De Covid-19 crisis kan echter wel een financiële impact gaan krijgen.

3.2   Financieel overzicht

bron: vastgestelde begroting 2021 VGGM (bedragen * € 1.000).
exclusief de subsidie die aan de stichting Veilig Thuis wordt toegekend.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

Een groot deel van de bijdrage aan VGGM wordt bepaald door de inwonersbijdrage. Afgesproken is dat de VGGM de inwonersbijdrage incidenteel mag verhogen als het weerstandsvermogen van de VGGM onvoldoende hoog is.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

De opsomming van beleidsmatige ontwikkelingen is onderverdeeld in twee onderdelen, te weten: wettelijke ontwikkelingen en branche ontwikkelingen. VGGM wil de verschillende kansen en risico’s voor gemeenten in beeld brengen om hen zo in staat te stellen hun verantwoordelijkheden te kunnen nemen. De beleidsmedewerkers van de betrokken gemeenten trekken in adviserende zin gezamenlijk op. De beleidsadviseur veiligheid en de directeur brandweer van de VGGM voeren periodiek overleg. Advies t.a.v. de begroting van de VGGM wordt voorbereid door zgn ‘kopgroep’, de financiële experts van de grote gemeenten.

Komend jaar wordt gesproken over een herverdeling van de bijdrage van de gemeenten in de VGGM. Gesprekken over de verdeelsleutel lopen nog. Op dit moment kan nog niet worden ingeschat wat het effect daarvan is. De consequenties gaan spelen m.i.v. 2022.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De samenwerking in de veiligheidsregio is bij wet opgelegd (derhalve is uittreden geen overweging). De beleidsdoelen moeten op efficiënte (kosteneffectieve) wijze worden gehaald. De ambtelijke advisering is daarop ingesteld.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

Renkum heeft de ambitie uitgesproken om vanaf 2018 een afvalschedingspercentage te behalen van 75%. Dit percentage is al in 2017 maar ook in 2018 en 2019 ruimschoots behaald. Door de landelijke overheid is ingezet op gemiddeld maximaal 100 kg ongescheiden restafval per persoon per jaar in 2020. Voor de langere termijn wordt ingezet om in 2050 afvalloos te zijn.  Deze doelstelling past in wat wordt genoemd de ‘circulaire economie’, die erop is gericht zoveel mogelijk ‘afvalstoffen’ als grondstof weer in te zetten.

In het najaar van 2020 buigt de raad zich over een nieuw afvalbeleidsplan: Afvalbeleid Renkum 2021’ In dit plan is een doelstelling verwoord om in het jaar 2023 uit te komen op maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar. Om de weg naar een afvalloze gemeente voort te zetten wordt voor het jaar 2025 gemikt op 80 kg restafval per jaar. Met een pakket aan maatregelen, verwoord in het Uitvoeringsprogramma 2021-2025, wordt verwacht hier invulling aan te geven. Uitgangspunt hierbij is dat de investeringen moeten leiden tot een kostenreductie. Een voorbeeld hiervan is de invoering van een kliko voor pmd in combinatie met een driewekelijkse inzamelfrequentie. Deze maatregel levert een besparing op waarvan andere deelprojecten uit het uitvoeringsprogramma gefinancierd kunnen worden. Een ander voorbeeld is dat met het uitbreiden van de scheidingsmogelijkheden bij hoogbouwlocaties minder restafval naar de verbrandingsoven gaat. Hierdoor hoeft minder afval als restafval afgevoerd te worden wat leidt tot een besparing op de verwerkingskosten.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

Uitgangspunten voor de operationele begroting worden jaarlijks afgestemd met de opdrachtgever, gevolgd door een financiële vertaling. Daarbij worden tarieven geïndexeerd conform de afspraken, terwijl verwerkingstarieven jaarlijks worden beoordeeld. Naar verwachting zullen in 2021 buiten indexatie en de verwerkingskosten slechts beperkte aanpassingen plaatsvinden in de opdrachten vanuit gemeente Renkum. Een uitzondering hierop is de wekelijkse inzameling van gft+e tijdens de drie zomermaanden. Hiertoe heeft de gemeenteraad eind september 2020 besloten.

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2020 invullen.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

Met de toetreding van Renswoude heeft er een herverdeling van de aandelen plaatsgevonden. Hierdoor is het aantal Renkumse aandelen in ACV verlaagd met 129.017 stuks waardoor het totaal aantal Renkumse aandelen nu 724.484 stuks is (het totaal aantal aandelen ACV bedraagt 5.846.003 stuks). Het belang van Renkum in ACV is na de toetreding van Renswoude verlaagd van 14,6% naar 12,4%. De verkoop van de aandelen heeft geleid tot een opbrengst van € 263.076,50.

Afhankelijk van het bedrijfsresultaat en de bestemming die aan de winst wordt gegeven, ontvangt de gemeente jaarlijks dividend. Wanneer de solvabiliteit voldoet aan het gestelde criterium (30 procent) wordt extra dividend uitgekeerd.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

De aandeelhoudende gemeenten hebben periodiek overleg met de controller van de ACV. In dit overleg worden de begrotingen, jaarstukken etc. besproken. De portefeuillehouder wordt met de adviezen van de financiële consulenten/ controllers gevoed.
Daarnaast is er twee keer peer jaar overleg met de commissaris.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De ACV is een goed functionerend en renderend bedrijf, getuige de jaarlijks uitkering van een behoorlijk dividend. Deze uitkering staat echter onder druk door een mogelijke invoering van Vennootschapsbelasting voor uitvoerders van overheidstaken.
In 2019 is overeenstemming bereikt tussen de belastingdienst/ministerie van financiën en de brancheorganisatie NVRD over de interpretatie van de Vpb-wetgeving voor overheidsgedomineerde bedrijven in grondstoffenbeheer en beheer openbare ruimte. Voor de ACV-groep houdt dit in dat  voor de publieke diensten (binnen dochter ACV Gemeenten BV) alleen Vpb verschuldigd is over een fictieve winst op opbrengstgenererende afvalstromen (zoals metalen, oud papier); voor het overige deel van dit vennootschappelijke resultaat is ACV vrijgesteld van Vpb. Voor het resultaat op de dienstverlening aan bedrijfsklanten (binnen dochter ACV Bedrijven BV) is ACV wél volledig Vpb-plichtig. De kringloopactiviteiten (voorheen in een BV-dochter van ACV NV) zijn sinds 2019 ondergebracht in een aparte stichting. De verliezen die werden geleden in de kringloopactiviteiten konden t/m 2018 worden gesaldeerd met het positieve resultaat in de BV; dat kan m.i.v. 2019 niet meer. Al met al zal de impact van de Vpb-plicht (per 2016) voor ACV een beperkte invloed hebben op het dividendbedrag. Ter illustratie: In de begroting 2019 is voor de ACV-groep een totale Vpb-plicht van € 35.000 opgenomen.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

Gedurende het begrotingsjaar verwachten wij geen veranderingen in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank. (Hierbij is het gevolg van een eventuele gemeentelijke samenvoeging buiten beschouwing gelaten.) Gelet op de wijze waarop BNG Bank het openbaar belang behartigt, zien wij ons aandelenbezit in BNG Bank als een duurzame belegging.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

Over 2019 realiseerde BNG Bank een nettowinst na belastingen van EUR 163 miljoen (2018: EUR 337 miljoen). BNG Bank stelt conform het kapitalisatie- en dividendbeleid voor om EUR 71 miljoen uit te keren aan aandeelhouders. Dit is 50% van de nettowinst na aftrek van dividend aan de verschaffers van hybride kapitaal. Het dividend bedraagt EUR 1,27 per aandeel. Voor Renkum komt dat neer op €113.986. Gezien de onvoorspelbare bewegingen op de financiële markten vindt de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de verwachte nettowinst voor komende jaren. De lage langlopende rente zal een drukkend effect hebben op de ontwikkeling van het renteresultaat.

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2021 invullen.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

De gemeente heeft 89.739 aandelen, destijds aangekocht voor (omgerekend) € 2,50. BNG keert jaarlijks dividend uit.
Het door BNG Bank uitgegeven schuldpapier heeft de hoogst mogelijke credit rating van Moody’s (Aaa) en Standard & Poor’s (AAA) en een rating AA+ van Fitch. BNG Bank behoort daarmee tot de meest kredietwaardige banken ter wereld.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

Jaarlijks ontvangt de gemeente de jaarrekening, het jaarverslag en eventueel andere ter zake zijnde voorstellen van de BNG ter vaststelling in de algemene vergadering van aandeelhouders.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

BNG keert jaarlijks een behoorlijk dividend uit. Er is geen reden de aandelen te verkopen.
Advies: aandeelhouderschap continueren.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

Voor de ODRA worden voor 2021 worden geen ontwikkelingen of ombuigingen met significatie financiële relevantie verwacht.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2021 invullen.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

De partijen zijn gezamenlijk eigenaar en opdrachtgever van de Omgevingsdienst Regio Arnhem.

ODRA onderscheidt vier type risico’s:
· risico’s met betrekking tot de exploitatie.
Dit betreft tegenvallers uit de normale
bedrijfsvoering, door onvoorziene gebeurtenissen, prijsstijgingen die uitstijgen boven de
toegepaste indexering in de begroting, dan wel tegenvallende inkomsten. De transitie
naar outputfinanciering valt onder deze laatste categorie; minder afname van producten
dan begroot en / of een te lage kostprijs. ODRA investeert in 2021 in een nog scherpere monitoring en scenario-ontwikkeling rond de kostenontwikkeling in het kader van outputfinanciering. De geschatte omvang van het risico is € 200.000.
· risico’s met betrekking tot de taakuitvoering:
ODRA kan aansprakelijk worden gesteld voor fouten in de reguliere taakuitvoering en bedrijfsvoering. Dit betreft vooral een bestuurlijk en imago risico. ODRA is verzekerd voor maximaal 2 keer € 2,5 miljoen per jaar voor beroepsfouten.
· het risico van frictiekosten ;
Dit ontstaat bij majeure aanpassingen in de organisatie (structuur), ingegeven door wetswijzigingen of majeure wijzigingen in de werkpakketten voor partners. De omvang van het financiële risico kan oplopen van € 0,1 tot € 0,5 miljoen. ODRA heeft in deze begroting € 100.000 gereserveerd als dotatie aan personeelsvoorziening.
· Het risico om niet te voldoen aan algemene wet- en regelgeving, zoals belastingwetten,
AVG en internationale verordeningen.
Het risico is vooral bestuurlijk en imago, en niet zozeer kwantitatief.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

De gemeenteraad kan ten aanzien van de ontwerpbegroting van de ODRA een zienswijze naar voren brengen bij het Dagelijks Bestuur van de ODRA. Deze zienswijze wordt, voorzien van een reactie, samen met de begroting aangeboden aan het Algemeen Bestuur van de ODRA. De wethouder van Renkum is lid van zowel het AB als het DB.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De samenwerking is voor een aantal taken (basistaken) vanuit het Rijk opgelegd. Andere taken (bijvoorbeeld bouwvergunningverlening) hebben we vrijwillig bij de omgevingsdienst ondergebracht. De ODRA moet op een efficiënte maar ook klantgerichte  manier de taken voor ons uitvoeren. Over het algemeen verloopt de samenwerking goed.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

Voor 2021 worden geen ontwikkelingen of ombuigingen verwacht die een significante financiële relevantie hebben.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

Er zijn geen ontwikkelingen of ombuigingen verwacht die een significante financiële relevantie hebben.

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2021 invullen.

*De gemeente Renkum participeert niet in alle modules. De meerjarenbegroting van de MGR is wel inclusief alle modules (inclusief beheer). Die zijn niet apart te berekenen. De bijdrage van Renkum is in 2021 afgerond € 240.000 inclusief kosten voor leerplicht. Dit bedrag is de basis om ook na 2021 op te nemen bij bijdrage van Renkum. Afhankelijk van verdere ontwikkelingen kan daar (uiteraard) na 2021 een ander financieel kader ontstaan.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

De kosten voor de module inkoop worden gevormd door de uitvoering van de inkoop, onderwijs en een relatief deel van de overhead (naar rato verdeeld over de modulen).Wijzigingen worden via de bestuurscommissies voorgesteld aan het algemeen bestuur en via de begroting doorgevoerd nadat deze zijn voorgelegd voor een zienswijze aan de raden. De vaststelling is op basis van 3/4 stemmen.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

De kosten die zijn gemoeid met de MGR betreffen die van de uitvoering van de opdracht. Er zijn geen middelen voor het volume van de inkoop zorg die naar de MGR vloeien. Via het DB, AB en de BC'sen op basis van de Wgr heeft het bestuur invloed op uitvoering en begroting.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De samenwerking is functioneel. De risico's zijn door de wijze waarop de kostenverdeling is georganiseerd op basis van toerekening de kosten aan de modules van deelname laag. De samenwerking is met name van belang in het kader van terugdringen van bureaucratie op het gebied van inkoop SD voor de aanbieders. Op het gebied van onderwijs is de kwetsbaarheid van een leerplichtfunctie opgeheven door deze toe te voegen aan het Regionaal Bureau Leerplicht.
Advies: continueren.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

Door de voortgaande digitalisering van processen en daaruit voortkomende digitale documenten komt de noodzaak tot digitale bewaring ook steeds dichterbij. Het Gelders Archief zal samen met de deelnemers en De Connectie onderzoeken hoe vormgegeven kan worden aan de digitale bewaring.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

Door de economische situatie is het mogelijk dat bezuinigingen van de rijksoverheid of deelnemende gemeenten van invloed zijn op de financiële situatie.

3.2   Financieel overzicht

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

Vanaf de oprichting had het Gelders Archief jaarlijks een structureel tekort. Sinds 2013 boekt het Gelders Archief een positief resultaat op basis van de structurele lumpsum en inkomsten (uit projecten). Vanaf 2013 wordt er - gelet op dit positieve resultaat - gewerkt aan de opbouw van het weerstandsvermogen.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

Om tegenvallers op te kunnen vangen heeft het Gelders Archief in de vorm van een algemene reserve (ca. 5% van de deelnemersbijdragen) weerstandsvermogen. In de statuten is vastgelegd dat deze reserve in enig jaar niet hoger mag zijn dan 10%.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

Het Gelders Archief is belast met een deel van de beheerstaken. Eén van de belangrijkste taken is het beheren van de blijvend te bewaren archiefbescheiden in de door het Gelders Archief aangewezen archiefbewaarplaats(en). Daarnaast heeft het Gelders Archief een toezichthoudende en adviserende rol ten aanzien van de overige (vernietigbare) archiefbescheiden. Dit toezicht wordt uitgevoerd door de archivaris (de directeur van het Gelders Archief). De archivaris houdt als het ware toezicht op het dagelijks (archief)beheer door De Connectie. De archivaris voert daartoe jaarlijks controles uit op belangrijke archiefonderdelen en rapporteert hierover.

Advies: samenwerking continueren

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

N.v.t.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

N.v.t.

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2021 invullen.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

N.v.t.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

Stukken in het kader van de begrotingscyclus worden naar de gemeenten gestuurd. De Euregio-raad neemt daarover besluiten. De gemeente ontvangt de jaarverslagen van de Euregio.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De samenwerking in Euregionaal verband werpt zijn vruchten af voor de Renkum, o.a. door deelname aan projecten zoals E-bus 2020 en het project op het gebied van biodiversiteit.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

De belangrijkste voorwaarde voor het financiële succes van De Connectie is het harmoniseren van processen, het standaardiseren van de werkwijze en verregaande digitalisering.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

In 2020 is de evaluatie van de Connectie afgerond. Deze evaluatie heeft zich vooral gericht op de doelen die opgenomen zijn in het bedrijfsplan 2017 – 2020.
De evaluatie concludeert dat het doel uit het bedrijfsplan om het structurele kostenniveau 4% te laten dalen is gerealiseerd. De in de begroting van de Connectie opgenomen taakstellingen op ICT en Belastingen zijn niet gerealiseerd. De taakstelling op ICT is n.a.v. de onafhankelijke rapporten teruggedraaid. De hoge eisen aan informatiebeveiliging en de steeds grotere rol van informatisering en automatisering in het primaire proces leiden tot een autonome stijging van deze kosten waar rekening mee gehouden moet worden. Door het verder harmoniseren en standaardiseren van processen en systemen binnen de samenwerking wordt geprobeerd deze opwaartse druk te beperken.

Momenteel wordt door de drie gemeenten en de Connectie samen gewerkt aan een toekomstvisie voor de Connectie dat de basis zal zijn voor het bedrijfsplan 2021-2025.
De aanbevelingen uit de evaluatie worden daarin meegenomen. Op basis hiervan zal in de meerjarenbegroting 2021 – 2025 de financiële vertaling worden gemaakt. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is de wijziging van financieringsmethode. Die is vanaf de start gebaseerd op inputfinanciering maar zal naar verwachting worden gewijzigd in een outputfinanciering. Op die manier betaalt iedere gemeente naar de hoeveelheid die wordt afgenomen. Op dit moment wordt dit uitgewerkt en worden de (financiële) consequenties hiervan in beeld gebracht.

3.2   Financieel overzicht

De meerjarencijfers zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2021-2024.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

Binnen de Connectie vindt periodiek een inventarisatie plaats van de risico’s die zich kunnen voordoen. De Connectie heeft maar zeer beperkt beschikking over eigen weerstandscapaciteit. Wanneer risico’s zich daadwerkelijk voordoen, worden de gemeenten hiervoor aangesproken. De laatste risico-inventarisatie binnen De Connectie is uitgevoerd voor de Meerjarenbegroting 2021-2024. De geïnventariseerde risico’s tellen op tot een risicoscore van €4.988.000. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt €1.862.000. Dit betekent dat de drie gemeenten aan de lat staan voor een risico van €3.126.000.

Daarnaast werkt De Connectie aan een systeem voor outputsturing en –verrekening. Deze nieuwe bekostigingssystematiek kan een herverdeling van de bijdragen van de drie gemeenten tot gevolg hebben.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

Afgelopen jaar heeft De Connectie belangrijke stappen gezet ten aanzien van de invulling van het risicomanagement. Zo heeft er een uitgebreide risico-inventarisatie plaatsgevonden. Waar nodig zijn aanvullende beheersmaatregelen genomen. De komende jaren gaat De Connectie verder met het door ontwikkelen van het risicomanagement door te investeren in het risicobewustzijn binnen de organisatie en het cyclisch en systematisch borgen van het risicomanagement.

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

We adviseren om de samenwerking te continueren.

1.   Algemene informatie

2.   Beleidsontwikkelingen en beleidsombuigingen met significante financiële relevantie

Voor 2021 worden geen ontwikkelingen of ombuigingen met significatie financiële relevantie verwacht.

3.   Financiële gegevens

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

Voor 2021 worden geen ontwikkelingen of ombuigingen met significatie financiële relevantie verwacht.

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2021 invullen.

De hierboven getoonde bedragen zijn inclusief we kosten voor het vervoer zelf die door onze inwoners met indicatie worden gemaakt. De kosten die door de BVO worden gemaakt bedragen hiervan ca 15% t.o.v. het budget bedrag 2020.

4.   Beleidsmatige en financiële risico’s

4.1   Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

De regelingen die gebruik maken van het AVAN-systeem zijn open-einde-regelingen (Wmo, Jeugdwetvervoer). Dit betekent, dat de kosten kunnen oplopen, naarmate er meer vervoersvragen komen. De deelnemende gemeenten zijn voor hun inwoners verantwoordelijk voor de dekking van die kosten. Voor de Wmo is het risico van overschrijding op sociaal-recreatief vervoer ingeperkt, omdat we sinds begin 2019 met een kilometerplafond werken. In 2021 wordt naar aanvullende maatregelen gezocht.Voor Wmo-dagbesteding en Jeugdwetvervoer is dit niet mogelijk.

4.2   Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

zie hiervoor

5.   Beoordeling en advies over de samenwerking

De samenwerking verloopt naar tevredenheid. advies is continueren van de samenwerking.